Ik blog in de eerste plaats omdat het een oefening is voor journalistiek, maar Andrew Sullivan beschrijft in "Why I blog" heel andere beweegredenen, die ik best kan volgen. Zoals ik het interpreteer ziet hij het hele netwerk van blogs, ‘de blogosphere’ om het in sciencefictiontaal te zeggen, als een soort globaal forum waarop meningen worden gespuid. Die zijn direct, onvolledig, emotioneel, alles wat journalistiek niet hoort te zijn. Maar ze kunnen wel helpen om aan journalistiek te doen, door zaken naar boven te brengen. En het feit dat je bronnen gewoon makkelijk kunt linken in een blog helpt ook natuurlijk.
Eerlijk gezegd heb ik het soms wel moeilijk met dat directe schrijven, ik schaaf graag aan een tekst tot ik er helemaal tevreden mee ben. Dat ga ik er niet meteen uit krijgen vrees ik, en eigenlijk wil ik dat ook niet.
Aan de andere kant ga ik wel meer blogs lezen, denk ik. Het is zoals Sullivan zegt wel boeiend om die onvolledige, ongepolijste boodschappen te lezen. Ik ga er nu ook geen uur aan zitten lezen, maar zo af en toe wel iets meepikken. Selecteren, met alles op internet. Voor de rest hou ik vast aan papier, waar alles mooi geordend maar evenzeer onvolmaakt beschreven staat.
Ik ga nu eens een grote stap zetten en deze tekst niet veertien keer nalezen. Ik word nog een echte. Blog on.
donderdag 29 oktober 2009
vrijdag 23 oktober 2009
Hulp komt na momenten van ontgoocheling of verslagenheid: twee cd's van Dez Mona
Ik had ze al een hele tijd geleden eens bezig gezien en gehoord tijdens Lux Xl maar ben ze dan uit het oog verloren. Maar las ik vandaag in een Brussels krantje over Hilfe Kommt, Dez Mona's nieuwe cd. Ze zagen er een beetje te cliché-donker uit op de foto, zaten artistiek getormenteerd aan een tafel, allemaal in het zwart.
Maar dan zette ik vanavond hun muziek op. Eerst een andere cd: Moments of Dejection or Despondency. En dat beeld was meteen weg. Niet meer dan wat marketing wat mij betreft. Ze zouden in een décor van een toneelstuk moeten staan. Want dat gevoel kreeg ik. Een oudere, zwarte jazz-diva lijkt zich volledig te laten gaan, daarin volledig gesteund door haar klein orkest. Een beetje bizar als je weet dat de zanger Gregory Frateur heet, en een blanke man is van rond de dertig. De vergelijking met Nina Simone wordt vaak gemaakt, heb ik gelezen, en ik snap wat ze bedoelen. De stem die de man heeft is zo rekbaar dat het soms wel een kauwgom lijkt. Scherp uithalen zonder dat het pijn doet, bijzonder. Hij deed me meteen ook denken aan Antony van Antony and the Johnsons: op het randje van het vrouwelijke. Soms misschien zelfs over die grens, zeker op deze cd.
Dez Mona komt van Desdemona: de ongelukkige vrouw van Othello, uit het toneelstuk van Shakespeare. Ik heb het nog niet gelezen. Maar ik kan mij enkele scènes voorstellen bij hun muziek op deze cd. Donker, theatraal, hysterisch bij momenten. Een actrice met zwaar opgemaakte ogen die op het podium neerzijgt met de spot op zich gericht. En plots wild lachend weer herrijst, begeleid door bombastische muziek. In de stijl van een opera.
In het interview staat dat de zanger rust heeft gevonden. Klinkt alarmerend, want een artiest die rust vindt? Wat hebben we daar aan?
Nog veel goeie muziek, zo blijkt uit Hilfe Kommt. Dez Mona moet het hier minder van uitvergrote emoties hebben. Er is meer afwisseling en minder drama. De droomwereld is er nog, maar wordt niet meer uitgebeeld als in een opera. Sommige liedjes kunnen zelfs op de radio gedraaid worden: vooral ""carry on". Frateur zingt kalmer, vertelt soms zonder al te veel uithalen zijn verhalen, alsof hij sprookjes voorleest. Donkere sprookjes welteverstaan. Niet dat er een parental advisory sticker op moet, het is gewoon nachtmuziek.
Maar dan zette ik vanavond hun muziek op. Eerst een andere cd: Moments of Dejection or Despondency. En dat beeld was meteen weg. Niet meer dan wat marketing wat mij betreft. Ze zouden in een décor van een toneelstuk moeten staan. Want dat gevoel kreeg ik. Een oudere, zwarte jazz-diva lijkt zich volledig te laten gaan, daarin volledig gesteund door haar klein orkest. Een beetje bizar als je weet dat de zanger Gregory Frateur heet, en een blanke man is van rond de dertig. De vergelijking met Nina Simone wordt vaak gemaakt, heb ik gelezen, en ik snap wat ze bedoelen. De stem die de man heeft is zo rekbaar dat het soms wel een kauwgom lijkt. Scherp uithalen zonder dat het pijn doet, bijzonder. Hij deed me meteen ook denken aan Antony van Antony and the Johnsons: op het randje van het vrouwelijke. Soms misschien zelfs over die grens, zeker op deze cd.
Dez Mona komt van Desdemona: de ongelukkige vrouw van Othello, uit het toneelstuk van Shakespeare. Ik heb het nog niet gelezen. Maar ik kan mij enkele scènes voorstellen bij hun muziek op deze cd. Donker, theatraal, hysterisch bij momenten. Een actrice met zwaar opgemaakte ogen die op het podium neerzijgt met de spot op zich gericht. En plots wild lachend weer herrijst, begeleid door bombastische muziek. In de stijl van een opera.
In het interview staat dat de zanger rust heeft gevonden. Klinkt alarmerend, want een artiest die rust vindt? Wat hebben we daar aan?
Nog veel goeie muziek, zo blijkt uit Hilfe Kommt. Dez Mona moet het hier minder van uitvergrote emoties hebben. Er is meer afwisseling en minder drama. De droomwereld is er nog, maar wordt niet meer uitgebeeld als in een opera. Sommige liedjes kunnen zelfs op de radio gedraaid worden: vooral ""carry on". Frateur zingt kalmer, vertelt soms zonder al te veel uithalen zijn verhalen, alsof hij sprookjes voorleest. Donkere sprookjes welteverstaan. Niet dat er een parental advisory sticker op moet, het is gewoon nachtmuziek.
dinsdag 20 oktober 2009
Het scherm van de toekomst
Ik vraag het me af, zal ik binnen tien à twintig jaar opstaan en in plaats van de krant open te slaan mijn e-reader uit het stopcontact trekken? Tijdens het ontbijt Het Laatste Nieuws downloaden, en eerst naar de strips scrollen? De flauwe grap zegt dat een e-reader nooit de krant kan vervangen, je kan er namelijk geen vlieg mee doodslaan.
Ik ben een romanticus in de zin dat ik hou van het geknisper van een krant enzo, maar daar ga ik nu ook niet in overdrijven. Het is gewoon dat het weer van een scherm lezen is, met zo'n e-reader. Ik zit tegenwoordig al zoveel achter de pc en kijk daarnaast nog dikwijls tv. Lezen wordt dan een verademing, voor de vermoeide ogen en het gemoed. Geen knoppen, geen balken, geen enerverend gelaad van pagina's. Als ik een andere pagina wil lezen, dan draai ik ze om. En dat is het. Ik doe het zelf, ik heb er geen apparaat voor nodig.
Van computers zeiden ze in het begin ook: wie gaat dat nu gebruiken? Van het internet: dat waait wel over. Nee dus. Zal het met de reader dan ook zo zijn. Hm. Er is een verschil: de functie van een reader is beperkter. Het is in feite een uitloopsel van de computer én van internet. Een gadget zou ik het noemen. Ok, één dat heel wat bomen kan besparen, daar kan ik in meegaan. Maar ik zou toch ook mijn ogen willen sparen, en mijn geduld. Misschien, als ik een e-reader kan openvouwen dat ik erover nadenk. Ik hoef zelfs geen artificieel geknisper.
Ik ben een romanticus in de zin dat ik hou van het geknisper van een krant enzo, maar daar ga ik nu ook niet in overdrijven. Het is gewoon dat het weer van een scherm lezen is, met zo'n e-reader. Ik zit tegenwoordig al zoveel achter de pc en kijk daarnaast nog dikwijls tv. Lezen wordt dan een verademing, voor de vermoeide ogen en het gemoed. Geen knoppen, geen balken, geen enerverend gelaad van pagina's. Als ik een andere pagina wil lezen, dan draai ik ze om. En dat is het. Ik doe het zelf, ik heb er geen apparaat voor nodig.
Van computers zeiden ze in het begin ook: wie gaat dat nu gebruiken? Van het internet: dat waait wel over. Nee dus. Zal het met de reader dan ook zo zijn. Hm. Er is een verschil: de functie van een reader is beperkter. Het is in feite een uitloopsel van de computer én van internet. Een gadget zou ik het noemen. Ok, één dat heel wat bomen kan besparen, daar kan ik in meegaan. Maar ik zou toch ook mijn ogen willen sparen, en mijn geduld. Misschien, als ik een e-reader kan openvouwen dat ik erover nadenk. Ik hoef zelfs geen artificieel geknisper.
donderdag 8 oktober 2009
Het nieuwe snookerseizoen: Vlaanderen terug op zijn kop
Tot ieders extase is het nieuwe snookerseizoen weer begonnen, met de Grand Prix in Glasgow. Zalige tijden voor alle kenners van echte sporten in Vlaanderen die BBC en Eurosport kunnen ontvangen. Neen, geen uitzendingen, zelfs geen samenvattingen op de Vlaamse televisie. Een schande? Als liefhebber zeg ik volmondig ja, maar we moeten realistisch zijn. De toppers in de sport zijn vooral Britten en sinds kort ook Chinezen. Natuurlijk lopen er in het wereldje ook enkele exotische vogels rond, zoals de Australiër Neil Robertson en Marco Fu uit Hongkong, maar ook daar kunnen we ons moeilijk mee identificeren. Als ik zeg toppers, moet ik wel nuanceren, ik heb het hier over de heren. Bij de dames is een zekere Wendy Jans namelijk vier keer Europees kampioen en in 2006 zelfs wereldkampioen geworden. Jammer genoeg levert haar dat weinig op, ze moet hard werken in haar eigen snookerzaak om haar 'hobby' te kunnen bekostigen. Zoals ze zegt op haar website, een aanrader-onder meer omwille van de foto's, is er namelijk weinig prijzengeld te verdienen voor de dames. Maar misschien kan ze qua publiciteit profiteren van de opkomst van Luca Brecel, het veertienjarige Belgische toptalent dat dit jaar al Europees Kampioen bij de min19-jarigen werd en de scalpen van onder andere voormalig wereldkampioen Ken Doherty en snookerlegende Jimmy White al aan zijn riem hangen heeft. Brecel zal in de toekomst ook begeleid worden door Chris Henry. Die heeft zijn sporen al verdiend: hij loodste in 2002 Peter Ebdon naar de wereldtitel en traint momenteel al bijna anderhalf jaar zevenvoudig wereldkampioen Stephen Hendry, door velen beschouwd als de beste snookerspeler ooit. Goeie vooruitzichten dus, al moeten we voorzichtig zijn met jonge talenten de hemel in te prijzen.
Een damestopper hebben we al, misschien krijgen we er één bij de heren. Maar snooker is sowieso uniek entertainment. Geen enkele andere sport met zulke interessante karakters of het moest curling zijn. Met het verschil dat de snookerspelers wel een stuk beter gekleed zijn. De geniale neuroot O'Sullivan, de hippe extravert Selby, de volronde teddybeer Stephen Lee, Matthew Stevens die al jaren geen snookertoernooi meer kan winnen maar die wel het belangrijkste Britse pokertoernooi op zijn naam schrijft... Het zijn maar enkele personages in recente snookerverhalen die dramatischer zijn dan de boeken van Herta Müller. En die heeft er een Nobelprijs mee gewonnen.
Maar hopelijk voor u heeft u gewoon de match gezien tussen Higgins en Robertson, die een uurtje geleden is afgelopen. Dan weet u waar ik het over heb. De Australiër Neil 'The thunder from Down Under' Robertson die de Schot John 'The Wizard of Wishaw' Higgins, de huidige wereldkampioen, voor de ogen zijn thuispubliek verslaat. En dit na een geweldige en typische comeback van vechtjas Higgins die 5-3 achterstond in een best of 11 (de eerste die 6 frames wint, wint dus de match) maar daarna op een paar 'ballen' van de winst kwam. Maar het koel afmaken nee, daarvoor was de spanning te groot, zelfs voor een geroutineerde kampioen als de 34-jarige Higgins. Het eindigde met de allerlaatse bal die nog gespeeld kon worden, een beslissende zwarte bal. Een loterij. En het lot koos de kant van de underdog van down under. Wreed, en vreselijk mooi.
Nu de tweede halve finale nog, tussen de introverte Chinees met de enigmatische naam 'Ding' en oude glorie Mark Williams, bijnaam 'The potting machine'. Als Ding het haalt zou het de eerste keer zijn sinds een kleine eeuwigheid dat twee 'overzeese' spelers de finale spelen van een groot toernooi. Een teken voor de toekomst? Laten we het hopen voor Luca en voor de snookersport in Vlaanderen.
Een damestopper hebben we al, misschien krijgen we er één bij de heren. Maar snooker is sowieso uniek entertainment. Geen enkele andere sport met zulke interessante karakters of het moest curling zijn. Met het verschil dat de snookerspelers wel een stuk beter gekleed zijn. De geniale neuroot O'Sullivan, de hippe extravert Selby, de volronde teddybeer Stephen Lee, Matthew Stevens die al jaren geen snookertoernooi meer kan winnen maar die wel het belangrijkste Britse pokertoernooi op zijn naam schrijft... Het zijn maar enkele personages in recente snookerverhalen die dramatischer zijn dan de boeken van Herta Müller. En die heeft er een Nobelprijs mee gewonnen.
Maar hopelijk voor u heeft u gewoon de match gezien tussen Higgins en Robertson, die een uurtje geleden is afgelopen. Dan weet u waar ik het over heb. De Australiër Neil 'The thunder from Down Under' Robertson die de Schot John 'The Wizard of Wishaw' Higgins, de huidige wereldkampioen, voor de ogen zijn thuispubliek verslaat. En dit na een geweldige en typische comeback van vechtjas Higgins die 5-3 achterstond in een best of 11 (de eerste die 6 frames wint, wint dus de match) maar daarna op een paar 'ballen' van de winst kwam. Maar het koel afmaken nee, daarvoor was de spanning te groot, zelfs voor een geroutineerde kampioen als de 34-jarige Higgins. Het eindigde met de allerlaatse bal die nog gespeeld kon worden, een beslissende zwarte bal. Een loterij. En het lot koos de kant van de underdog van down under. Wreed, en vreselijk mooi.
Nu de tweede halve finale nog, tussen de introverte Chinees met de enigmatische naam 'Ding' en oude glorie Mark Williams, bijnaam 'The potting machine'. Als Ding het haalt zou het de eerste keer zijn sinds een kleine eeuwigheid dat twee 'overzeese' spelers de finale spelen van een groot toernooi. Een teken voor de toekomst? Laten we het hopen voor Luca en voor de snookersport in Vlaanderen.
Abonneren op:
Reacties (Atom)